YHS_0521Bis

Expertgroep NPO-traject

‘Zo willen we de kwaliteit van ons onderwijs duurzaam verbeteren’

Meer onderwijsassistenten, nieuwe leerkrachten, de inhuur van experts of de aanschaf van materialen… Met het geld uit het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) kunnen alle scholen de gevolgen van COVID-19 voor het onderwijs opvangen. Om dat geld op een verantwoorde manier te besteden, werd bij OPOZ een expertgroep opgericht.

Directeur Wim in ’t Veld van IKC Da Vinci denkt graag beleidsmatig mee en vindt het NPO-traject een interessant onderwerp. ‘Door corona gaan we door een periode die enorm veel invloed heeft op ieders leven. We hebben afstandsonderwijs moeten geven en veel geleerd van de lockdowns. Ik kan via de expertgroep actief meedenken over hoe we de NPO-gelden kunnen inzetten om de kwaliteit van ons onderwijs duurzaam te verbeteren.’

Voorwaarden en verplichtingen

De expertgroep – met daarin nog vijf andere directeuren, het college van bestuur en een beleidsmedewerker – vergeleek de analyses van de onderwijsbehoeften van alle negentien scholen binnen OPOZ. Daaruit bleek onder meer dat begrijpend lezen overal een aandachtspunt is. ‘Dat is een landelijke trend en dus geen verrassing’, aldus Wim. ‘We hebben gekeken of er voor alle scholen een gezamenlijke oplossing is en hoe we omgaan met verschillen. Ook onderzochten we aan welke voorwaarden en verplichtingen de plannen voor de besteding van de NPO-gelden moeten voldoen. We ontwikkelden een verplicht format, waarin alle OPOZ-scholen de inzet van deze gelden voor hun eigen schoolprogramma monitoren en kunnen verantwoorden.’

Begrijpend lezen

Op IKC Da Vinci baseren ze hun NPO-plan bijvoorbeeld op toetsen en observaties in de klassen. Wim: ‘Kinderen die tijdens de lockdowns kleuter waren en nu in groep 3 zitten, scoren lager op taal en rekenen. En in de middenbouw scoren kinderen dus lager op begrijpend lezen. Wat je op school doet, is herhalen en inoefenen, en toen de kinderen niet naar school konden, werd de stof alleen maar aangeboden. En van de ouders kunnen we niet verwachten dat zij ook nog eens juf of meester zijn.’

Snel schakelen

Alice Roeten, moeder van drie kinderen (11, 9 en 6 jaar), jeugden kinderpsycholoog én voorzitter van de medezeggenschapsraad (MR), kan dat alleen maar beamen. ‘Als je drie kinderen thuis hebt, dan zeg je al snel tegen de jongste: “Ga jij maar lekker bouwen met Kapla.” Dus die vertraging is voor mij herkenbaar, maar ik maak me daar echt geen zorgen over. Ik weet wat de school gaat doen om de kinderen daarbij te helpen.’ In de hele coronaperiode had Alice vanuit haar voorzittersrol in de MR regelmatig contact met Wim. ‘Er gebeurde zoveel, dat we soms snel moesten schakelen’, vertelt ze. ‘En uiteraard werden we ook geïnformeerd over de analyse van de school en het NPO-plan.

Praktische kant

In een extra vergadering praatte Wim de MR bij over de ideeën om de NPO-gelden te besteden. Wim: ‘We willen bijvoorbeeld een logopedist inhuren die de kinderen helpt met hun woordenschat en die ook het team kan instrueren. Daarnaast willen we extra onderwijsassistenten aantrekken om de kinderen in groep 2 en 3 te ondersteunen.’ De ouders in de MR stelden kritische vragen over het NPO-plan. ‘Ik denk dat we als ouders vooral naar de praktische kant van zo’n plan kijken’, legt Alice uit. ‘Hoe pak je bijvoorbeeld het verlies aan onderwijstijd aan? En hoe houd je de balans tussen leerstof aanbieden en ontspanning in de vorm van knutselen, spelen en gym?’

Geen al te grote zorgen

Wim noemt het positief-kritische vragen die helpen om zo’n plan aan te scherpen. ‘Daar worden de kinderen uiteindelijk beter van’, zegt hij. ‘We vertrouwen elkaar en gaan echt de dialoog aan. Er wordt niets doorgedrukt, niet door de school en niet door de ouders. En gelukkig is ons NPO-plan niet gebaseerd op al te grote zorgen. Het liefst neem ik natuurlijk extra leerkrachten aan, maar ik ben bang dat het lerarentekort niet met de NPO-gelden wordt opgelost.

YHS_0524
Terug naar artikelen