IMG_5504

Zo worden we elke dag een beetje beter

Bij OPOZ willen we het ‘iedere dag een beetje beter doen’. Maar wat betekent dat in de praktijk? Op IKC De Springplank werken twaalf vakcoördinatoren met een doelenbord. Daarmee wil de school de betrokkenheid en zelfsturing van het team vergroten en de kwaliteit van het onderwijs verhogen.

Hoe zet je de leerlijn ict-vaardigheden en mediawijsheid in voor alle groepen? Of hoe verwerk je het thema 21e-eeuwse vaardigheden in de meervoudige intelligentietheorie? En hoe monitor en borg je de doorgaande lijn van Dalton met behulp van klassenbezoeken? Het zijn voorbeelden van doelen die de vakcoördinatoren aan het begin van het jaar hebben geformuleerd. Alle vakcoördinatoren hebben hun eigenexpertise en delen hun kennis daarover met de leerkrachten.

Op een trampoline springen

Annemarie Haasnoot werkt al vijftien jaar op IKC De Springplank en heeft zich als vakcoördinator in de theorie van meervoudige intelligentie verdiept. Ze helpt leerkrachten om lesstof aan te bieden op de manier die past bij de voorkeur van ieder individueel kind. ‘Het ene kind leert goed met muziek erbij, het andere wil juist in een rustig hoekje zitten en weer een ander kind leert het beste door op een trampoline te springen’, legt ze uit. ‘We zien dat ieder kind op een andere manier leert en als je weet hoe, haal je het beste in hen naar boven. Daarin kun je heel ver gaan, maar wij halen uit deze theorie wat we nuttig vinden. Het doel is om kinderen inzicht te geven in hoe ze leren en wat er bij hen past. Zo houden ze plezier in leren.’

Korte lijntjes

De vakcoördinatoren formuleren hun eigen realistische doelen of stellen deze gezamenlijk met de leerkrachten op. ‘De lijntjes zijn kort en doordat we met doelen werken, worden zaken opgepakt in plaats van op z’n beloop gelaten’, vertelt directeur Anjay Bansraj. ‘Deze manier van werken draagt bij aan de kwaliteit van ons onderwijs. Iedere vakcoördinator kijkt namelijk ook terug of doelen en afspraken uit het verleden nog relevant zijn of aan de tijd moeten worden aangepast. Zo monitoren we steeds of we met ons onderwijs nog op koers liggen.’

Als iedereen het over de doelen eens is, komen ze in het jaarplan van de school. Alle leerkrachten zijn betrokken bij het proces en dat draagt bij aan een andere ambitie: een zelfsturend team. Anjay: ‘We leggen niet van bovenaf op welke doelen ze moeten behalen, maar leggen het eigenaarschap bij de leerkrachten zelf. De vakcoördinatoren merken dat ze door het werken met doelen kritischer naar zichzelf kijken. Ze krijgen de tijd en de ruimte om zich in hun vakgebied te verdiepen en delen onderling hun kennis. Dat draagt bij aan ieders ontwikkeling en aan de ambitie om elke dag een beetje beter te worden.’

Werken aan talenten

Tijdens de cyclusgesprekken bespreekt Anjay de status van de doelen met de desbetreffende vakcoördinator. ‘We werken met een whiteboard waarop alle vakken, de doelen en de status staan’, legt hij uit. ‘Zo zien we in een oogopslag waar we staan, wat er nog moet gebeuren en welke acties we moeten uitzetten.’ Anjay is niet alleen sparringpartner, maar ook facilitator. ‘Ik vraag altijd of de vakcoördinator ergens tegenaan loopt en hoe ik kan helpen’, zegt hij. ‘Met zoveel vakcoördinatoren werken kost dagen en daardoor hebben we een groep minder. Maar het is een bewuste keuze; we doen dit met elkaar en gaan er samen voor. Ik wil iedereen in zijn kracht zetten. Alle leerkrachten kunnen aan hun talenten werken en zo worden we elke dag een beetje beter. En dat heeft z’n weerslag op ons onderwijs.’

Terug naar artikelen