Als leerkracht ben je echt van betekenis, vinden Maarten Schoon en Michael Krul. Zelf begonnen ze ook voor de klas, maar sinds 2019 zijn ze de bestuurders van OPOZ. Vanuit die rol geven ze de negentien OPOZ-scholen alle ruimte voor zelfontplooiing en ontwikkeling. Want – zo zeggen ze – zo worden we bij OPOZ elke dag een beetje beter.
Michael en Maarten weten uit eigen ervaring hoe mooi het vak van leerkracht is. “Sterker nog”, zegt Maarten, “ik kom uit een onderwijsgezin en mijn kinderen staan ook voor de klas. Werken in het onderwijs is zo mooi omdat je kinderen iets kunt leren dat hen verder brengt in het leven. Ze vergeten nooit wat voor leerkracht jij was.” Als bestuurders faciliteren ze wat de scholen nodig hebben om de ambities van OPOZ waar te maken: kwalitatief hoogwaardig onderwijs waarmee alle kinderen zich op de OPOZ-scholen breed en optimaal kunnen ontwikkelen.
“Vanuit onze rol hebben we een groot bereik en kunnen we zaken in gang zetten”, zegt Michael. “Zo helpen we de scholen op strategisch en tactisch niveau met hun missie: kinderen die met een stevige bagage van school komen en hun toekomst tegemoet gaan. De leerkrachten hebben daar direct invloed op en zij leren het kind niet alleen te leren, maar ook samen te werken en samen te leven. Dat maakt hun werk zo betekenisvol en daar dragen wij graag aan bij.” Beide bestuurders zijn het erover eens: als leerkracht doe je ertoe en kun je voor kinderen het verschil maken.
“Als kind heb je altijd mensen in een cirkel om je heen die bepalend zijn voor jouw ontwikkeling en toekomst”, vervolgt Michael. “Uit onderzoek blijkt dat de leerkracht niet zomaar een voorbijganger is, maar heel vaak in die cirkel staat. Dat is een mooie verantwoordelijkheid.” Die verantwoordelijkheid is voor veel leerkrachten, onderwijsassistenten en IB’ers de gewoonste zaak van de wereld. “Ik denk dat de mensen die bij OPOZ werken vaak niet beseffen wat ze voor de kinderen kunnen betekenen”, merkt Maarten op. “Ze maken van elke dag een meesterwerk en mogen dat wat ons betreft best wat meer uitdragen naar buiten.”